Home
Mag ik me even voorstellen:
Armand Cleynen
Kelderkestraat 32
3300 Tienen
Tel./fax: 016 816650
e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Geboren te Tienen op 03 oktober 1950.
Beroep: Sinds 1969 onderwijzer.
Met pensioen sinds 1 september 2006
Sinds 1968 was ik effectief lid en bestuurslid van de regionale vereniging K.M. Het Neerhof Tienen, een club die zich bezighield met het kweken en tentoonstellen van park-en watervogels, kleine en grote hoenders, sierduiven, konijnen en cavia’s. Ik was binnen deze vereniging actief als ondervoorzitter/penningmeester. In oktober 2008 heeft deze vereniging haar 100- jarig bestaan gevierd maar heeft zich daarna ontbonden.
In 1973 medestichter samen met Alfons Reynaers van de vereniging AVIORNIS INTERNATIONAL, een club die zich vooral bezighoudt met het kweken en in stand houden van park-en sierwatervogels. Momenteel ben ik nog steeds actief als hoofdredacteur van de wilde duiven.
In 1987 was ik, medestichter van de werkgroep WILDE DUIVEN EN KLEINE HOENDERACHTIGEN binnen Aviornis. Sinds maart 2010 ben ik wel gestopt als actief lid binnen het bestuur, doch werk nog steeds mee om het behoud van verschillende soorten te vrijwaren.
De kleinveeliefhebberij
In 1968 ben ik gestart als kweker van kaalbenige eksterkroppers , Belgische tuimelaars en Belgische hoogvliegers. Met deze duivenrassen heb ik enkele jaren zeer mooie resultaten op verschillende shows behaald.
Al vlug ging mijn interesse uit naar de raadsheren. Mijn eerste koppel raadsheren kocht ik op de vogelmarkt in Antwerpen. Natuurlijk bleek deze aankoop al vlug een miskoop te zijn.
Op de jaarlijkse tentoonstelling van K.M. Het Neerhof Tienen in 1969 zag ik terug raadsheren. Ik was er totaal weg van. Ik nam contact op met de liefhebbers, namelijk Dignef André en zijn schoonzoon Gemis Roger. Het zijn deze twee liefhebbers die me bij de aanvang van de kweek van raadsheren zeer veel geholpen hebben. Het eerste jaar kweekte ik alleen witte en getijgerde raadsheren.
Later leerde ik Adolf Geets uit Mechelen kennen. Deze toen reeds 70-jarige man was een echte crack in de veredelijking van de raadsheren. Hier zag ik dan ook voor het eerst al de andere kleurslagen. Ik schafte me dan ook verschillende koppels van hem aan. Hij leerde me ook hoe ik te werk moest gaan om met dit moeilijke ras goede fokresultaten te bekomen. Meerdere jaren heb ik met deze man over raadsheren gepraat. Inmiddels had ik ook mijn andere sierduivenrassen van de hand gedaan.
Ik heb meerdere mooie prijzen gewonnen, maar mijn grootste succes dateert van februari 1976 te Lille in Frankrijk. Daar werd ik met een gele doffer Europees kampioen, behaalde ook de prijs van kampioenfokker. Daarenboven werd deze duif gekozen als beste van de hele show en behaalde de prijs van de President van Frankrijk, de vaas van Sèvre.
Einde jaren 70 heb ik samen met mijn vriend Gemis Roger een speciaalclub opgericht voor structuurduiven met als roepnaam: STRUCTURA. Deze speciaalclub verenigde alle liefhebbers van raadsheren, pauwstaarten, schmalkaldener moorkoppen, krulduiven en Chinese duiven. Deze speciaalclub heeft ongeveer vier jaar bestaan, doch door te geringe interesse terug verdwenen.
Naast de raadsheren heb ik ook vaak andere sierduivenrassen gekweekt, zij het wel in kleinere aantallen. Zo heb ik pauwstaarten gekweekt, Gentse kroppers Boecharijse trommelduiven en ook een zeer geslaagde kweek met Schmalkaldener moorkoppen.
Heden heb ik naast mijn raadsheren ook nog krulduiven, Brünnerkroppers en Gentse kroppers. De laatste jaren heb ik vooral samengewerkt met Vanerum Eugène en mijn Waalse vriend Guise René. Ik heb mijn stam verrijkt en nog meer op punt gesteld door inbreng van Amerikaans bloed en dit vooral door toedoen van enkele Duitse liefhebbers-vrienden.
Ik kweek jaarlijks met ongeveer 40 kweekparen raadsheren. Het aantal jongen varieert jaarlijks tussen de 120 en 150. Na een eerste selectie blijven hier ongeveer 60 stuks van over en na een doorgedreven selectie houd ik er nog een twintigtal door voor de shows en de kweek.
De raadsheer is de duif die ik reeds sinds 1969 in mijn bezit heb, en die ik voor altijd zal blijven koesteren.
Naast de duiven kweek ik ook nog met enkele kippensoorten: het zijdehoen, het brahmahoen, het Hollandse kuifhoen, het Braekelhoen en de Ukkelse baardkriel.
Mijn park-en watervogels binnen Aviornis
Sinds 1970 ben ik ook een verwoed fokker van fazanten. Ik heb gefokt met meerdere soorten zoals: de goudfazant, de Lady-Amherstfazant, de koningsfazant, de elliotfazant, de Nepalfazant, de zilverfazant, de swinhoefazant, de blauwe en bruine oorfazant en de glansfazant. Jaarlijks kweekte ik een aantal jongen, maar het grote probleem was dat ik steeds plaats te kort had. Ik heb dan mijn fazanten weggedaan en ben overgeschakeld naar de wilde duivensoorten.
In 1973 heb ik samen met Alfons Reynaers een speciaalclub opgericht met de naam Aviornis. De bedoeling was vooral de liefhebbers bij te staan in de kweek en tentoonstellen van park-en sierwatervogels. Dat deze vereniging internationaal zou uitgroeien, hadden we zeker in die tijd niet verwacht. Het tweemaandelijks tijdschrift is van een getypt foldertje uitgegroeid tot een prachtig tijdschrift met zeer veel interessante artikels met zeer vele prachtige kleurenfoto’s.
Het tijdschrift verschijnt in Vlaanderen, Nederland, Wallonië, Frankrijk, Engeland, Duitsland, Spanje en Portugal.
Heden ben ik nog altijd actief binnen Aviornis als hoofdredacteur van de wilde duiven.
Momenteel heb ik ook enkele ganzensoorten: streepkopgans, keizergans, roodhalsgans en Hawaïgans. Vroeger kweekte ik ook nog siereenden zoals de mandarijneend, de carolinaeend, de bahamaeend, de roodschoudertaling en de versicolortaling. Doch door het wegroven van deze eendjes door marters heb ik met de kweek van eendjes moeten stoppen.
Verder kweek ik ook nog met pauwen: wildkleurig, zwartvleugel en wit.
Daar ik de laatste jaren nog volières heb bijgebouwd heb ik me ook terug enkele fazantensoorten aangeschaft: Glansfzant, Satyr en Temminck tragopan, zilverfazant, goud- en geelgoudfazant, Chinquis pauwfazantje, witoor- en bruinoorfazant en Lady-Amherstfazant.
Werkgroep Wilde Duiven en Kleine hoenderachtigen
In 1987 heb ik samen met Hermans Pierre en Ketelslegers Fried een werkgroep binnen Aviornis opgericht.
Deze werkgroep heeft tot doel het duivensoorten bestand op peil te houden. Daarom worden er ook kweekprojecten opgestart volgens stamboomkweek. Jaarlijks worden er dan ook tellijsten opgemaakt om het bestand van bepaalde soorten te kunnen volgen.
Zelf heb ik 72 soorten in mijn bezit gehad en met 63 soorten heb ik ooit kweekresultaten behaald.
Heden heb ik nog 43 soorten in mijn bezit.
Enkele duivensoorten die ik in mijn bezit heb: De Nicobarduif, de dolksteekduif, de Bartlett dolksteekduif, de Celebesduif, de goudborstduif, de Nepalduif, de Picazuroduif, de wongaduif, de bronsvleugelduif,
de Australische kuifduif,
het blauwe grondduifje, het tamboerijnduifje, de bandstaartduif, de paarse woudduif,
het diamantduifje, het lachduifje, de salvinduif, de metallicaduif, enz.
Vanaf 1994 heb ik succesvol meegewerkt aan het kweekproject rond de Roze duif van Mauritius in samenwerking met de zoo van Jersey in Engeland.
Mijn volières en duiventillen staan op een domein van ongeveer 2 ha;
Samen met mijn partner Sylviane Vanmol en ons petekind Michel Frederik kunnen we heel veel genieten van onze hobby. Frederik houdt zich vooral bezig met de zijdevederige lachduifjes en met succes.